maandag 19 november 2007

Wereldgeschiedenis, college 5, 13 november 2007

Specialisatie

Om een beschaving te bouwen heb je een ding nodig namelijk te veel eten. Op deze manier hoeft niet iedereen zich druk te maken over dat er brood op plank verschijnt en kunnen anderen zich op andere dingen focussen bijvoorbeeld timmerman worden. Op deze manier konden mensen zich gaan specialiseren. Er zijn twee revoluties te onderscheiden in de opmaat naar specialisatie namelijk:
- Neolithische (r)evolutie: van jagen en verzamelen naar landbouw en veeteelt
- Sedentaire revolutie: van een nomadisch bestaan naar vaste nederzettingen

In de eerste revolutie er een grote sprong gemaakt en dat is het domesticeren van dieren (vanaf 8000 v. Chr.) . Door dit te doen kon er veel meer eten van de landen worden gehaald in veel kortere tijd.

De eerste graanschuren onstonden (in Sikkel vorm, voor bescherming van de gebieden) in Palestina, Jordanie en Irak.
Volgens Roseau onstonden met het de specialisatie ook de ellende voor de mensen onder de noemer 'vrije tijd'. Dit gaf mensen de tijd om na te denken want anders waren ze bezig met jagen en verzamelen. De eerste plunderingen van de graanschuren komen tegelijkertijd opzetten.

De beschavingen komen opzetten eerst de Islamieten daarna de Chinezen en toen de Europese beschaving. Chinezen hebben het uiteindelijk het beste gedaan in de geschiedenis. Zij hadden ongelooflijk veel rijst en kookte hun vieze water voor de thee die ze dronken en hadden het wasbare katoen tot hun beschikking. Dit heeft veel ziektes voorkomen in China. Het feit dat zij het beste hun beschaving voor elkaar hadden is te zien aan het inwoner aantal van China, ongeveer 1,3 miljard (al is dit nooit officieel geteld). Desalniettemin heeft China haar grondgebied nooit echt uitgebreid omdat ze geen vechtersmentaliteit hadden in de geschiedenis.

De Chinezen hadden ook geen echte handelsmentaliteit omdat de bedrijven nooit groter dan de familie mochten worden. Dit werd gecontroleerd door de Mandarijnen (=Chinese ambtenaren). In Europa gingen families elkaar helpen en zo onstonden transfamiliare ondernemingen. Op deze manier onstonden er in Europa de beste condities om de beste handel te bedrijven.

Tegenwoordig specialiseren hele landen zich, denk aan de Nederlandse kenniseconomie. Uiteindelijk gaat het om geld verdienen en tegenwoordig kun je ook geld verdienen door alleen maar geld te verplaatsen en dus niet meer dingen te verkopen. Denk aan aandelen en obligaties. De beurs gaat om emotie en dit hebben wij deze les terug gezien in de Tegenlicht documentaire 'De dag dat de dollar valt'. Deze documentaire is terug te zien op http://www.vpro.nl/programma/tegenlicht/afleveringen/24877874/media/24974875/
Meer informatie rondom deze uitzending op
http://www.vpro.nl/programma/tegenlicht/afleveringen/24877874/

Geen opmerkingen: