zondag 4 november 2007

Wereldgeschiedenis, college 3, 30 oktober 2007

De bureaucratie is een middel om een land/staat op orde te houden. Je moet er voor zorgen dat je aantal dingen op orde hebt voordat je een land bestuurbaar kan houden, dit zijn:

- Grondstoffen
- Boekhouding --> Wiskunde
- Ambtenarenapparaat
- Schrift
- Wetten (OM)
- Kalender
- Infrastructuur
- Belastinggelden

De infrastructuur in een land is van levensbelang voor de staat. De volken in Europa (Romeinen) en in Zuid-Afrika (Inca's) zijn hier goede voorbeelden van. Zij hadden respectievelijke 300.000 en 40.000 km weg gemaakt. Deze staten floreerden dan ook in handel in die tijd.
Je ziet in deze tijd nog steeds dat landen die een gunstige positie hebben in de wereld of een goede infrastructuur economisch het voor de wind hebben. Denk hierbij ons eigen land wat zichzelf Mainport of Europe noemt. Wij zijn een klein land maar door handel hebben wij het economisch erg goed getroffen en dit te danken aan de geografische ligging van Nederland gecombineerd met handelsgeest (of hoe Balkenende het zei: De VOC mentaliteit!).

Je ziet dat in de geschiedenis wie de handel had, had ook de macht. Nederland was goed in het vervoeren van specerijen uit Azie, de VOC. Doordat wij een voorsprong hadden in het maken van grote schepen. In de achtiende eeuw was dit Groot Brittainnie die een voorsprong nam in de ontwikkelingen van de infrastructuur.

Ook belangrijk is de beslissingen die landen namen in het licht van de bureaucratie. Een te groot land kan leiden tot 'imperial overstretch'. Wanneer de combinatie van binnenlandse en buitenlandse verplichtingen te groot wordt om bureaucratisch te kunnen volgen. Goede voorbeelden hiervan zijn: het Ottomaanse Rijk of het Oostenrijks-Hongaarse Rijk. Imperial overstretch kan verstrekkende gevolgen hebben op wereldmacht en kan leiden tot dekolonisatie. Een recent voorbeeld is bijvoorbeeld de Verenigde Staten die in een enorme spagaat zit op het moment tussen teveel belangen.

Geen opmerkingen: