zondag 2 december 2007

Wereldpolitiek, college 6, 19 november 2007

Democratie, een analyse


De sterke punten van een democratie zijn:


- Gelijkwaardigheid, ook al kostte dit tijd om dit voor alle mensen in te voeren. Denk aan zwart/blank, vrouw/man, rijk/arm. Hierbij kun je de vraag stellen; wat is onze waardigheid? Hoe delen goed en kwaad in en doen we dit met onze onwetendheid of juist niet?

Vroeger mochten mensen in een democratie de waarheid weten. Tegenwoordig mag je niet meer de andere overtuigen van jouw gelijk omdat niemand de waarheid in pacht heeft. Dit kun je ook 'het terreur van de betrekkelijkheid' noemen.


- Verdienstelijkheid, wij hebben een samenleving die gebaseerd is op verdiensten. Dit houdt in dat als iemand zijn best doet ook een hogere positie in de samenleving/bedrijf kan innemen.


De zwakke punten van democratie zijn:


- Zodra je iemand de vrijheid geeft kan deze gebruikt of misbruikt worden. Zoals Geert Wilders het nu doet bij de moslims. Hij zet een hele bevolkingsgroep bij het grofvuil door ze uit de liberale democratie te plaatsen. De vrije beïnvloeding biedt ruimte voor afbraak van het systeem.


- De spanning tussen overheidszorg en burgerzorg. Een democratie kan beide herbergen de zogenoemde verzorgingsstaat en nachtwakersstaat, hier is een spanningsveld tussen. Moet de overheid voor hun burgers zorgen of moeten burgers zichzelf verzorgen. In de 19de eeuw was er geen sprake van een verzorgingsstaat zoals wij die nu kende. Toen kwamen de kerken en de verenigingen op voor de zwakkere in de samenleving.


- De democratie verteld niet wat de volksvertegenwoordiging moet vinden van het volk. Moet je je opstellen als populist of als paternalist? (populist= ik doe wat het volk wil ofwel de korte termijn, paternalist= ik doe wat ik denk dat het beste voor het volk is ofwel lange termijn)

- Vrede of vrijheid. Vrede is vooral een kwestie van beheersen en controleren en vrijheid is juist de hele boel loslaten hier zit een paradox in. Welke wil je als staat hanteren? Het is belangrijk om hier een juiste balans in te vinden in de democratie.

- Intolerantie, als iemand in de cirkel van tolerantie iets intolerant doet dan heeft deze zogenoemde cirkel hier geen oplossing voor want tolerantie kan zichzelf niet verdedigen. Als iemand zich dus intolerant gedraagt moeten hier intolerante maatregelen volgen. Hier zit dus ook een paradoxaal luchtje aan.

Andere tijdsgebonden kwalen van de democratie zijn:

- De kiezer heeft niet genoeg aan 1 stem, mensen stemmen niet meer vanuit ideologie waardoor ze niet meer aan 1 stem genoeg hebben. In de tegenwoordige tijd kunnen we het vinden in heel veel partijen qua standpunten maar we kunnen er maar eentje kiezen.

- Ons gelijkwaardigheiddenken schiet fundamenteel tekort. in ons betrekkelijkheiddenken kunnen we niet meer beweren dat ieder mens vanuit redelijkheid en weloverwogenheid denkt. Niemand kan meer spreken van een waarheid en dus ook niet vanuit de waarheid vanuit het gelijkheidsbeginsel

- De blackbox van de formatieronde. Tijdens de formatieperiode van een nieuw kabinet weet de kiezer niet wat er met zijn/haar stem gebeurt. Je ziet het bij de laatste vijf kabinetten dat de meerderheid moet worden opgevuld met een kleine partij die onverwacht veel standpunten in het akkoord krijgt. Deze formatieperiode is dus een periode van democratische intransparantie.

Oplossingen voor het huidige kiesstelsel:

Het kiezen in thema's kan ons veel voordelen brengen. Zo kan een kabinet worden samengesteld op thema's en wordt de MP gekozen door de burger die verantwoordelijk is voor de formatie. Zo omzeil je de blackbox van de formatie en is direct na de verkiezingen het kabinet al gevormd. Hiermee wordt de democratie meer transparant.
Belangrijk bij het bedenken van een nieuw kiessysteem is: een ideale democratie bestaat niet. Ga voor het minst beroerde systeem! Aldus Fukuyama.

Geen opmerkingen: