zondag 28 oktober 2007

Wereldgeschiedenis, college 2, 16 oktober

Militairsering van de wereld. De wereld ging van Priesters naar Strijders. Simpelweg omdat de ontstane overschotten simpeler als plunderaar konden bemachtigd worden. Er ontstonden steden met grote muren en de boeren sloten deals met de bestuurders van de stad voor beschermers. Dit werd in natura gedaan. Dus gewassen in ruil voor bescherming. Er onstonden namelijk constant opstanden tussen andere landen/volken. Met uitzondering van de middeleeuwen is dit tot 1989 doorgegaan. Na het vallen van de muur is er in de westerse wereld geen oorlog meer geweest.
In deze oorlogen ging het eigenlijk om het volk/land dat het nieuwste snufje had. Grote voorbeelden hiervan zijn:
- De Strijdwagen 1700 v. Chr.
- De Infantristen 1200 v. Chr.
- Boogschutters te Paard ong. 600 v. Chr.
Deze drie zorgden voor belangrijke verschuivingen van volken in de wereld. Omdat met meer strijdkracht meer goederen & land en dus meer macht kon worden afgedwongen.

De Atheense democratische vorming had zijn succes te danken aan de falanx (bepaalde formatie in een strijdkracht) en de Galjoenen (ram schepen). Deze leken eigenlijk erg op elkaar qua principe. Alleen ging de een over land en de ander over water. De Romeinse democratie was eigenlijk een kopie van de Atheense. Democratie uitte zich in die tijd in lid zijn van het leger. Je was een strijder voor je gezin/familie. De opkomst van de moderne democratie is te danken aan de musket.
Door de volkverhuizen die onstonden door conflict ontstond in Europa de riddercultuur vlakbij zee. Omdat de mensen daar niet verder konden gingen ze zich verweren. Het waren overigens wel de zwakke volken omdat zij alle slagen in de gebieden ervoor al hadden verloren.
In de militaire revolutie kwam het niet meer aan op macht maar op tact en efficiëntie.

In de geschiedenis zijn twee wereldoorlogen geweest, ook wel totale oorlogen genoemd. Beiden oorlogen manifesteerden zich in bloederige oorlogen waarbij WOII de kroon spande met met een dodenaantal van 3 % van de wereldbevolking (60 miljoen doden). De Sovjeten waren met ruim eenderde het sterkst vertegenwoordigd
De tweede wereldoorlog kenmerkde zich in vier afzonderlijke conflicten, te weten:
- Japan - China conflict
- Hitler Duitsland
- Duitsers vielen Frankrijk binnen
- Hitler die de Sovjet-Unie binnen viel

De Koude Oorlog kenmerkte zich in rivaliteit na de tweede wereldoorlog. Beide partijen wilden nooit meer wat er was gebeurt voor die tijd. Berlijn was het middelpunt van het toneel en werd gekenmerkt in een Frans/GB/Amerikaans deel en een Sovjet deel. De constante dreigingen resulteerde in een enorme wapenwedloop. Het ijzere gordijn, en dus de koude oorlog, viel omdat de Sovjet-Unie haar economische activiteiten niet op peil kon houden. Dit gebeurde in 1989.

De enige beschaving die zich niet heeft onderworpen aan conflict zijn de Minoërs. Zij gingen uit van sociale gelijkheid en kennis om de kennis (L'art pour l'art).

dinsdag 23 oktober 2007

Wereldpolitiek college 2, 15 oktober

Wat is mij het meeste bijgebleven van dit college:

- Middenstand nodig voor een democratie, een goed voorbeeld hiervan is Irak waar de middenstand niet of nauwelijks is. Hier zou je geen democratie van betekenis kunnen stichten Zoals George W. Bush dat altijd wel peredict.
- Militaire wedloop van belang in de geschiedenis. Iedere staat die weer een nieuw snufje had op het gebied van wapens ging weer oorlog voeren. Zodat de andere partijen hier weer overheen moesten met nieuwere snufjes. 80 tot 90 procent van het BNP van die landen ging in die tijden naar defensie. Dit zou in deze tijden niet meer denkbaar zijn, in de tijd van het poldermodel/concensus.

- Lenin, de afhankelijkheidtheorie. Volgens Lenin steeg de welvaart zo in de vrije westerse landen omdat ze de armoede/achterstand hadden verplaatst naar, de later zogenaamde, derde wereld landen. Dit was zijn verklaring omdat 'het westen' het economisch voor de wind had en veel beter dan het communistische oosten. Hier legt hij een verband waarmee we nu nog steeds worstelen. Wij geven de achtergestelde landen ook geen kansen door de handelsbarrières die nog steeds van kracht zijn. Deze zijn mede in stand gekomen door het mercantilisme. Dit is het volgende punt dat me is opgevallen in dit college.


- Mercantilisme, voor dit begrip heb even op Wikipedia gekeken wat die ervan zeggen, hieronder te vinden
'Europees mercantilisme was een beleidsvorm in de vroegmoderne tijd, die inhield dat de regering handel moest bevorderen als essentieel middel tot rijkdom en macht, maar dat handel nooit ‘vrij’ moest zijn in de moderne zin. Mercantilistisch beleid ging uit van de staat, met als doel het verbeteren van de economische positie van die staat, op welke wijze dan ook.
Het bezit van goudvoorraden werd van groot belang geacht voor de macht van de staat omdat dit een stabiele buffer was in moeilijke tijden en zo een zekere onafhankelijkheid garandeerde, en zelfs gelegenheid gaf de markt te beïnvloeden. Om goud te bemachtigen moest men meer
exporteren dan importeren, opdat men voor zijn producten goud zou ontvangen. Om dit alles te bereiken was een hoge mate van economische bemoeienis door de staat vereist. Deze interventie richtte zich op het bevorderen maar vooral ook structureren van de handel
Engeland 17e eeuw
In Engeland kwam het mercantilisme tot een hoogtepunt met het aannemen van de
Navigation acts vanaf 1651. Deze wetten schreven voor dat alle buitenlandse handel met de Engelse kolonies, maar ook de handel met andere Europese landen via Engeland moest verlopen. Deze politiek hield stand tot de 18e eeuw. Vanaf 1760 maakt het liberalisme opgang. Adam Smith ging in de aanval tegen het mercantilisme.
Andere landen voerden een
subsidiepolitiek of richtten zelf staatsondernemingen op. Dit zijn allemaal voorbeelden van protectionistische handelspolitiek'

Het mercantilisme leidt dus tot de protectionistische markten zoals we die vandaag de dag nog steeds kennen. We leggen andere landen invoerplichten op als zij op onze markt willen verkopen. Bewegingen als 'Make Trade Fair' voeren tegen deze barrières. Maar mijn gedachte is dat wij nooit deze barrières zullen opgeven omdat wij dan moeten inleveren economisch gezien en dit is iets wat wij niet willen. We zullen dus op een gegeven moment hier een oplossing voor moeten vinden om de goederen gelijkmatig over de wereld te verdelen. Of dit ooit zo ver zal komen ik denk het niet. We blijven te veel aan ons zelf denken in dat opzicht, denk ik.

Mijn visie op al dit boven genoemde is dat wij met geen mogelijkheid een gelijke wereld voor iedereen kunnen creëren. We zijn teveel met eigen welvaart bezig en halen grondstoffen (olie e.d.) uit andere landen die hier niet door worden geholpen, of tenminste alleen de oliesjieken. We zijn dus aangewezen op een ongelijke wereld en ik denk dat we dit ook nodig hebben als je kijkt naar de geschiedenis. Het competitief verband zal altijd in de mens zitten en zal niet verdwijnen. Het lijkt erop alsof er altijd een zwakere moet zijn om de andere sterker te doen lijken. Pas als dit uit de mens verdwenen is kunnen we denken aan gelijkheid.

Gelijkheid deed me denken aan de uitzending van het programma 'Is dat eigenlijk wel zo?' getiteld 'Aboutaleb en de labrador' te vinden op http://omroep.vara.nl/Afleveringen_detail.2143.0.html?&tx_ttnews[pointer]=1&tx_ttnews[tt_news]=1971&tx_ttnews[backPid]=2142&cHash=b9fb3f7821

Hier in stond een Impliciete Associatie Test (IAT) die kijkt hoe we associëren, te vinden op https://implicit.harvard.edu/implicit/netherlands/research.jsp

Hier zie je dat altijd verbanden zullen blijven leggen tussen rassen en bepaalde termen. Met andere woorden gelijkheid kan denk ik nooit bestaan.

dinsdag 2 oktober 2007

Wereldgeschiedenis bijeenkomst 1, 2 oktober 2007

Aan het begin van deze bijeenkomst werd er gevraagd wat we zochten in deze cursus. Mijn antwoord hierop was het zoeken van een basis/begin. Dit om de aarde te zoeken met waar wij als mensen tegenwoordig mee bezig zijn. Hoe wij zijn geworden als wij nu zijn. Natuurlijk zijn niet alle gewoontes direct te herleiden uit onze geschiedenis maar dan zijn ze wel indirect te herleiden.

Vandaag begonnen we met wereldreligie. Eigenlijk is religie een hoop op betere tijden, tenminste zo heb ik het vandaag opgevat. Er wordt door een religie een belofte gedaan dat je een beter leven leidt als je gelooft en dat je daarvoor op ten duur beloond zult worden. In deze belofte geloof ik zelf niet. Ik heb laatst een programma gezien dat alles wat je gelooft je niet weet en andersom. Ik ben dus meer van het weten van iets en anders bestaat het niet. Het grappige was dat er vandaag verteld werd dat we eigenlijk niks weten en eigenlijk altijd uitgaan van een aanname. Daar ben ik het wel mee eens maar het geeft me wel een raar gevoel. Dat betekent dus dat we alles berusten op aannames en dat 1 plus 1 ook 3 kan zijn in principe. Als we niet uitgaan van de logica van de wetenschap dan.

Religie geeft ons hoop en een toevlucht voor ons spirituele zintuig. De vraag die hier bij kan stellen is of je dit zintuig wel wil gebruiken en of iedereen op zoek is naar zingeving. Ik denk dat iedereen wel op zoek is naar iets (ietsisme) maar dat dat niet altijd op spiritueel vlak hoeft te zijn maar ook op het praktische vlak zoals een hobby/sport waar je je helemaal ik kan laten gaan.
Het grappige van het college van vandaag is eigenlijk hoe meer we van elkaar willen verschillen hoe meer we op elkaar gaan lijken. De basale behoeften van mensen blijven toch altijd gelijk en dit zal de komende eeuwen ook nog wel zo blijven is mijn aanname.

maandag 1 oktober 2007

Wereldpolitiek bijeenkomst 1, 1 oktober 2007

Vandaag hebben we het gehad over linkse en rechtse invloeden in de politiek. Ik ben zelf erg geïnteresseerd in de hedendaagse politiek en kijk graag naar de debatten in de Tweede Kamer. Alleen wat er vaak mist bij mij is de politieke achtergrond, lees geschiedenis. In deze geschiedenis wil ik erg graag te weten komen hoe wij zo zijn gekomen. Door alle politieke stromingen die vooraf zijn gegaan in de wereld en invloed hebben op Nederland wil ik beter weten hoe het komt dat bijvoorbeeld een Geert Wilders zoveel aandacht krijgt.
Ik ben van mijzelf erg geïnteresseerd in de maatschappij en daarbij hoort ook politiek. In de politiek kan immers bepaald worden hoe ik later als cultureel maatschappelijk werker aan de slag moet met de doelgroep. Het gaat dan misschien alleen om accenten maar deze zijn zeker ook belangrijk.

In dit college kwam naar voren het verschil in tussen links en rechts en de vroegere uitwerkingen hiervan. Ik vond het goed om te weten hoezo wij nu een democratie zijn en niet een dictatuur of een totalitaire staat. Ik heb wel eens gehoord dat democratie de dictatuur is van de meerderheid. Dit vond ik op zich wel een grappige uitspraak maar niet helemaal terecht. Niet terecht omdat wij in meerderheid, al dan niet los van elkaar, een nieuw parlement kiezen en hieruit komt het kabinet naar voren. Deze meerderheid heeft dan de komende jaren de macht maar wel vanuit een mandaat. Dit mandaat houdt natuurlijk, met alle peilingen die er tegenwoordig zijn, geen stand maar er moet een bestuur zijn dat ergens op rekenen kan. Ik kan me dan eigenlijk ook best wel ergeren aan alle peilingen die er tegenwoordig zijn om meer sensatie te brengen in de politiek.

Maar even terugkomend op de geschiedenis van het linkse en rechtse denken. Het fascineert mij wel om te weten dat geen enkele theorie of denkwijze in de politiek de juiste is. Het communisme is in wezen een goede theorie alleen willen mensen altijd meer en zou het dus nooit slagen. De constructie zoals China die kent is eigenlijk wel een goede inrichting denk ik. Hoewel China niet echt de mensenrechten respecteert. Ik denk dat het kapitalisme eindigt in een grote explosie van hebberigheid. Ik kan me niet voorstellen dat iedereen altijd kan krijgen wat hij/zij wil, the American Dream zeg maar. Als iedereen zich hierop focust kan het niet goed gaan. Dan is er te weinig ruimte voor een ieder en zal dit dus leiden tot een explosie. Waar we dan in terecht komen weet ik niet, misschien wel het systeem zoals China dat nu kent.